Bron: Trouw, de Verdieping, vrijdag 4 februari 2022
Tekst Jolanda van de Beld en Emy Koopman, illustraties Fenna Jensma
De scheidslijn tussen gewenst en ongewenst is moeilijk te bepalen
Zorgverleners zijn verplicht seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen patiënten onderling te melden bij de inspectie. Maar dat is niet altijd eenvoudig, want er is een groot grijs gebied en hulpverleners zien niet alles.

Een patiënt die naakt over de afdeling loopt, masturbeert in de gezamenlijke ruimtes, of ongewenste of intimiderende opmerkingen maakt tegen anderen, ggzverpleegkundige Laurens komt het allemaal tegen. Hij werkt op Unit 6, een gesloten afdeling van de grote ggzaanbieder Parnassia in Castricum. “Het is geen dagelijkse kost”, zegt hij, “maar als je hier een jaartje werkt, maak je het wel een aantal keer mee”.
Met een team van vier hulpverleners houden ze op deze afdeling in Castricum zes tot acht mensen in de gaten die onvrijwillig zijn opgenomen. Intensive care heet het, en
toch kunnen ze niet altijd voorkomen dat patiënten geconfronteerd worden met ongewenst gedrag van medepatiënten. Bovendien, benadrukt Laurens onmiddellijk, zien ze niet alles wat er gebeurt tussen de patiënten. “Dat is een utopie”, zegt hij stellig, “dan zou je iedereen in een celletje moeten zetten met een Ggz onderzoek cameraatje erop, en dat willen we volgens mij niet.”
Onlangs presenteerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
een nieuwe strategie voor het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg, waaronder ook de ggz. Tot nu toe richtte de inspectie zich vooral op de afwikkeling van incidenten, nadat ze daarvan een melding ontvangt.
Voor zorgverleners is het wettelijk verplicht om seksuele grensoverschrijdingen te melden bij de inspectie. De nadruk ligt op gevallen van seksueel ongewenst gedrag van hulpverleners naar patiënten: dat is ten strengste verboden en kan ontslag betekenen en, afhankelijk van de ernst van de situatie, een tuchtzaak. Maar die aanpak achteraf voldoet niet, zegt de inspectie. Vermoedelijk is er sprake van ‘ondermelding’. Schuldgevoel, schaamte, loyaliteitsgevoelens kunnen een drempel vormen voor slachtoffers om zich uit te spreken. Om die reden kondigde de inspectie onlangs aan het toezicht uit te breiden met nadruk op preventie. Er is vaak een groot grijs gebied – een knuffel, een vriendschapsverzoek op sociale media – voordat het echt misgaat, is de conclusie van de inspectie. Het bespreekbaar maken van die ‘schijnbaar onschuldige gedragingen’ van hulpverleners naar patiënten kunnen helpen om ‘afglijden richting een schadelijke situatie’ te voorkomen.
Daarnaast zijn zorgverleners verplicht seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen patiënten onderling te melden. Het aantal meldingen dat de inspectie hiervan jaarlijks binnenkrijgt ligt sinds 2016 steevast op 20. Met uitzondering van 2018, toen waren het er 10.
Platform Investico sprak voor Trouw met zorgverleners en geneesheren directeuren van instellingen over seksueel ongewenst gedrag tussen patiënten onderling. In 2020 deden ruim een miljoen mensen in Nederland een beroep op de ggz, van wie 45.000 een klinische behandeling kregen waarbij ze kort of langdurig verbleven in een instelling. Met welke dilemma’s zien zij zich geconfronteerd bij de beslissing
om wel of geen melding te maken van incidenten?
Lees hier het artikel uit Trouw 4 februari over seksueel misbruik in de ggz
Misschien ook interessant voor u:
Mogelijk onderzoek door Investico naar seksueel misbruik in ggz-instellingen
Enquête door Investico over seksualiteit binnen de GGZ