Verpleegzorginstellingen werken hard aan verbetering

Bron: IGZ

De afgelopen periode volgde de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) 150 verpleeghuizen. Veel van deze verpleeghuizen hebben in korte periode veel aandacht aan de kwaliteit van de zorg besteed en zijn nog hard aan het werk om de tekortkomingen aan te pakken en verbeteringen door te voeren. Een aantal instellingen krijgt nog steeds extra aandacht van de inspectie. De inspectie blijft de ontwikkelingen nauwgezet volgen. Staatssecretaris Van Rijn heeft op 31 oktober een vernieuwd overzicht van deze verpleeghuizen aan de Tweede Kamer aangeboden.

In 2014 publiceerde de inspectie haar rapport Verbetering van de kwaliteit van ouderenzorg gaat langzaam. Tussen 1 januari 2015 en 15 maart 2016 volgde de inspectie bij 150 verpleeghuizen de ontwikkeling rond kwaliteit en veiligheid. De selectie van de 150 instellingen vond plaats op basis van een analyse die de inspectie jaarlijks uitvoert. Hierbij analyseert de inspectie voor het toezicht belangrijke gegevens van alle instellingen op basis van diverse bronnen. Hierover schreef de inspectie haar Eindrapportage toezicht IGZ op 150 verpleegzorginstellingen, dat zij op 4 juli 2016 publiceerde.

Geactualiseerd overzicht
Op 6 juli 2016 vroeg de Tweede Kamer om een geactualiseerd overzicht van deze 150 verpleeghuizen in het najaar. De inspectie heeft de betrokken verpleeghuizen eind september geïnformeerd over haar beoordeling en over de wijze van openbaarmaking. Op 31 oktober 2016 bood staatssecretaris Van Rijn aan de Tweede Kamer het vernieuwde overzicht aan. Het overzicht is gebaseerd op toezichtonderzoek bij deze verpleeghuizen tussen 15 maart en 16 september 2016.

De inspectie baseert het oordeel onder meer op inspectiebezoeken, calamiteitenrapportages en bestuursgesprekken. Het vernieuwde overzicht telt nog 35 verpleeghuizen. De inspectie hanteert een verdeling, gebaseerd op de wijze waarop zij op deze verpleeghuizen toezicht houdt.

1. Intensief vervolgtoezicht
Dit betekent dat de IGZ in korte tijd meerdere (onaangekondigde) toezichtbezoeken brengt aan verschillende locaties van een organisatie. Daarnaast houdt de inspectie waar nodig meerdere bestuursgesprekken. Op basis daarvan geeft de inspectie een oordeel over de hele zorgorganisatie. Dit oordeel kan vervolgens leiden tot toezicht en handhavingsmaatregelen.

2. Vervolgtoezicht
De IGZ houdt vervolgtoezicht in de vorm van inspectiebezoeken en/of bestuursgesprekken. De inspectie toetst zo of de instelling de tekortkomingen oplost. Als dat het geval is, sluit de inspectie het toezichttraject op betreffende locatie (zie 4).

3. In afwachting van resultaatsverslag al dan niet vervolgtoezicht nodig
De inspectie heeft in een bezoek tekortkomingen gezien. De instelling moet van de inspectie een verslag maken over hoe zij deze tekortkomingen aanpakt en/of heeft aangepakt. Dat is het zogenoemde resultaatsverslag. De inspectie bepaalt na ontvangst van dit resultaatverslag of vervolgtoezicht nodig is (zie 2).

4. Toezichttraject afgesloten
Dit betekent dat de IGZ in 2016 de zorginstelling niet opnieuw bezoekt vanuit het risicotoezicht. Als meldingen of andere signalen aanleiding geven voor toezicht, zal de inspectie opnieuw inspectiebezoeken brengen en/of bestuursgesprekken voeren.

Inspectieonderzoek naar de verpleegzorgsector
De inspectie heeft afgelopen anderhalf jaar intensief toezicht gehouden op 150 verpleeghuizen. Een derde daarvan moet zich extra inspannen om de complexe zorg aan te kunnen. In haar Eindrapportage toezicht IGZ op 150 verpleegzorginstellingen (4 juli 2016) noemt de inspectie als belangrijkste oorzaken:

  • Bestuurders sturen onvoldoende op kwaliteit en veiligheid van zorg.
    Ruim een derde van de 150 getoetste verpleeghuizen stuurt onvoldoende op kwaliteit en veiligheid van de zorg. Het lukt hen niet om verbeteringen vast te houden. Bijna de helft meldt fouten of bijna fouten niet bij de eigen meldingencommissie. Of het verpleeghuis gebruikt de meldingeninformatie niet om de kwaliteit te verbeteren. De inspectie vindt dit erg belangrijk voor veilige en cliëntgerichte zorg.
  • Kennis en vaardigheden van medewerkers zijn onvoldoende.
    In 39 procent van de 150 verpleeghuizen voeren de medewerkers geen tweede controle uit bij risicovolle medicatie. Een kwart heeft onvoldoende vastgelegd welk soort zorgverlener betrokken is bij de verschillende onderdelen van de zorg. Ook is niet duidelijk terug te vinden wie waarvoor verantwoordelijk is. De coördinatie van de dagelijkse zorg kan beter. Wel zag de inspectie in de verpleeghuizen waar zij kwam zeer betrokken medewerkers met aandacht voor de cliënt.
  • Deskundigheid en inzetbaarheid van medewerkers passen niet goed bij de zorgbehoefte van cliënten.
    De inspectie zag dat de kennis en vaardigheden van het personeel op verschillende punten nog onvoldoende is. In 20 procent van de bezochte verpleeghuizen passen medewerkers vrijheidsbeperkende maatregelen niet zorgvuldig toe. In bijna 40 procent van de verpleeghuizen werken medewerkers niet volgens afgesproken protocollen en richtlijnen. De inspectie ziet dat veel verpleeghuizen wel bezig zijn de deskundigheid van medewerkers te verbeteren. Maar dat duurt te lang.

Het valt de inspectie op dat de verpleeghuizen in korte tijd veel kunnen bereiken in het verbeteren van de kwaliteit van zorg. Ze kan nog niet beoordelen of de verbeteringen blijvend zijn. De inspectie blijft de ontwikkelingen in de gehele verpleegzorgsector nauwgezet volgen in haar gewone toezicht. Op 4 juli 2016 heeft de inspectie hiervoor een nieuwe toezichtvisie voor de verpleeg(huis)zorg gepresenteerd. De toezichtrapporten die de inspectie over haar toezicht op de verpleeghuizen uitbrengt, zijn te vinden op www.igz.nl.

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *