Naar aanleiding van het plenaire debat over het wetsvoorstel Wmcz2018 op 12 september jl. en als input voor het vervolg op het debat medio week 41-18 heeft NCZ een brief gestuurd aan de leden van de vaste Kamercommissie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De inhoud van deze brief luidt als volgt:
Ja-tenzij i.p.v. nee-tenzij
Minister Bruno Bruins lijkt te willen vast houden aan de ‘nee-tenzij’ formulering. In een eerder wetsvoorstel stond dat het inrichten van lokale cliëntenraden verplicht is, tenzij dat niet logisch, werkbaar of uitvoerbaar is. ‘Ja-tenzij’ dus. In het huidige wetsvoorstel is deze formulering aangepast: lokale cliëntenraden zijn alleen mogelijk als hierom, door een groep cliënten met redelijke argumenten, wordt verzocht.
Chronisch zieken, gehandicapten en kwetsbare ouderen, die eerst moeten verzoeken om het instellen van een cliëntenraad, lijkt ons geen goed uitgangspunt. Wij pleiten voor meer directe invloed van cliënten op lokaal niveau en deze invloed als vertrekpunt voor het beleid en niet alleen als tegengeluid, controle of correctie op het beleid.
Wij hopen op een Motie ten aanzien van dit punt!
Centraal – lokaal
Minister Bruno Bruis sprak over ‘de centrale cliëntenraad’ alsof deze het hoogste goed, de basis of het centrum van de medezeggenschap is. En gebruikte de term ‘decentrale cliëntenraden’ alsof deze een ondergeschikte positie zouden hebben ten aanzien van een centrale cliëntenraad. Wat ons betreft, met alle respect voor zowel de minister als voor alle centrale cliëntenraden, slaat de minister hier de plank mis en lijkt geen zicht te hebben op de bedoeling en de materie van cliënten medezeggenschap. Decentrale cliëntenraden bestaan niet. We kennen lokale clientenraden en soms regionale of aandoeningsgerichte cliëntenraden en soms een centrale cliëntenraad. Een centrale cliëntenraad (CCR) heeft ons inziens alleen bestaansrecht bij de gratie van lokale clientenraden. Een CCR is idealiter ook opgebouwd uit afgevaardigden van lokale clientenraden. En heeft als taak/doel te adviseren over organisatiebrede, locatie-overstijgende, beleidsmatige zaken. Maar moet hierbij wel altijd een duidelijke lijn naar de zorg op locatie hebben. “Medezeggenschap vanuit het lokale naar het boven lokale vormgeven en niet andersom” Een centrale cliëntenraad, zonder een basis vanuit lokale cliëntenraden leidt ons inziens tot ‘schijnmedezeggenschap’. Wij verwijzen ook graag naar de bijlagen bij deze brief; het advies van de Procureur-Generaal in de zaak Lunet Zorg tegen Clientenraad De Biezenrijt. (download hier het betreffende advies)
Wij hopen op een Motie ten aanzien van dit punt!
Criterium 10 zorgverleners
De minister houdt voorlopig vast aan het criterium van 10 zorgverleners voor het verplicht instellen van een cliëntenraad. Ook bij de Eerstelijns Gezondheidszorg. De minister lijkt belang te hechten aan cliëntenraden in de Eerstelijns Gezondheidszorg. Ondanks bezwaren van de brancheorganisatie. Wij vinden deze bezwaren niet terecht. Zeker niet nu de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) voor huisartsenpraktijken en instellingen voor medisch specialistische zorg heeft bepaald dat “grootschalig” ziet op het aantal inschrijvingen van patiënten. Meer dan 10.000 patiënten zou duiden op grootschalig. Huisartsenmaatschappen/gezondheidscentra met meer dan 10 zorgverleners leveren al gauw zorg aan honderd(en) duizend(en) cliënten. Bovendien wordt zorg in de Eerstelijn steeds belangrijker. Beslissingen en behandelingen vinden steeds vaker daar plaats. Cliënten medezeggenschap lijkt ons daar dan ook meer dan op zijn plaats!
Kosten en regeldruk
Hogere kosten en zwaardere regeldruk worden genoemd als een bezwaar om geen cliëntenraden te willen inrichten. Het is nogal populistisch om het argument hogere regeldruk en zwaardere lasten te gebruiken als excuus om cliënten medezeggenschap niet goed te hoeven regelen. Hoge kosten en zware regeldruk zijn een groot probleem in de zorg. Het regelen van cliënten medezeggenschap en de kosten die dit met zich mee brengt, zijn een schijntje in vergelijking tot alle andere regels, wetten, protocollen en systemen in de zorg. Cliënten medezeggenschap en inspraak zouden boven alle regels moeten staan wat ons betreft. De cliënt centraal!
Geschillenprocedure en rechtsongelijkheid
Ten aanzien van de Geschillenprocedure erkent de minister de gebruikelijke burgerrechtsgang van Kantonrechter, Hoger Beroep en Hoge Raad. Hier zijn wij het mee eens! Cliënten hebben recht op een fair trial. Met alle respect, de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden is een particulier initiatief en wordt niet door alle patiënten belangenorganisaties gedragen.
De Branche Organisatie Zorg (BOZ) geeft aan bang te zijn voor juridisering, langdurende processen en hoge kosten. Wij vinden het nogal ongepast om betere wettelijke rechten van cliënten en cliëntenraden af te wijzen met als excuus angst voor meer kosten en meer werk. Bovendien wekt dit argument de indruk dat cliëntenraden niet kostenbewust zijn en graag geld over de balk gooien. Het tegendeel is waar!
Ook zullen cliëntenraden volgens het wetsvoorstel ondersteuning/begeleiding bij een gang naar de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden niet meer vergoed krijgen. Dit leidt tot regelrechte rechtsongelijkheid!
Een simpel en actueel voorbeeld:
De Ondernemingskamer heeft recent een onderzoek bevolen naar zorginstelling DeSeizoenen (uitspraak van 30 april jl.) . DeSeizoenen wordt daarin bijgestaan door twee advocaten van ‘Zuidas-kantoor’ LoyensLoeff. De raad van commissarissen van DeSeizoenen heeft zich – zonder twijfel ook op kosten van DeSeizoenen – in de strijd gemengd, en laat zich bijstaan door twee advocaten, van Zuidaskantoor NautaDutilh. Die advocaten ondersteunen het verhaal van De Seizoenen. Twee dure kantoren, met minimaal vier kostbare advocaten.
Tegen een dergelijke overmacht moet de cliëntenraad het dus opnemen. En dat is geen uitzondering. Het is de regel. Niet alleen bij de Ondernemingskamer en de gewone rechter, maar ook bij de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden komt dat regelmatig voor. Want in precies dezelfde zaak troffen partijen elkaar al bij de Landelijke Commissie. En wie stond DeSeizoenen bij? Uiteraard advocaten van LoyensLoeff.
Er is uitdrukkelijk niets ‘mis’ met het door welke partij dan ook inwinnen van deskundig advies. Maar wil men de cliëntenraden werkelijk een serieuze plek geven in de medezeggenschap, dan moet men hen dezelfde kansen en mogelijkheden geven als de instellingen, de bestuurders en hun toezichthouders. Als een instelling zich van juridisch advies en bijstand bedient omdat deze verantwoording moet afleggen over het beleid, dan moet een cliëntenraad dat ook – zonder discussies of gedoe – kunnen doen. Alleen dan ontstaat er écht evenwicht en kan medezeggenschap écht werken. Zulk evenwicht is uitdrukkelijk geen automatisch recept voor kostbare juridische procedures, hoe graag organisaties zoals BOZ dat doemscenario ook willen schetsen. Cliëntenraden zijn geen makke schapen die hun adviseurs blanco cheques zullen uitschrijven. Juist cliëntenraden beseffen heel goed dat elke cent maar één keer kan worden uitgegeven voor hun familielid of naasten. Men mag zich ook oprecht afvragen of instelling dat besef wel altijd hebben. Het gelijktrekken van de positie van de cliëntenraad zal hier dan ook eerder louterend werken. Immers, wanneer instellingen weten dat een cliëntenraad dezelfde toegang heeft tot deskundig advies als zijzelf, zal men juist zorgvuldiger met medezeggenschap omgaan.
Download hier de brief aan de Kamercommissie VWS
Klik hier voor meer informatie over de Wmcz
De Centrale Cliëntenraad van de Vivium Zorggroep ondersteunt alle moties