Kwaliteitsbepaling verpleeghuizen moet veel lokaler worden vormgegeven
2 juli 2015 In voor Zorg
De CQ-index verdwijnt per 1 januari 2016 voor de verpleeghuiszorg, maakte het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bekend. Zorginstituut Nederland heeft aangegeven dat er uiterlijk per 1 oktober 2016 een alternatief moet liggen. Aan Netwerk Cliënt-en-Raad Zorg (NCZ) en LOC Zeggenschap in zorg de vraag wat zij hiervan vinden en hoe dat alternatief eruit zou kunnen zien.
NCZ is enthousiast over het schrappen van de CQ-index. ‘In november 2014 zijn we bij VWS geweest met een afvaardiging van pakweg 20 cliëntenraadleden om precies dit te bepleiten’, zegt voorzitter Marika Biacsics. ‘De CQ-index is te ver uitontwikkeld, te duur en te tijdrovend en zegt onvoldoende over de echte kwaliteit die wordt geboden. De kwaliteitsmeting moet veel dichter bij de cliënt gebracht worden en vaker dan eenmaal per 2 jaar.’
Marthijn Laterveer van LOC wil dat er eerst een alternatief is voordat de CQ-Index wordt afgeschaft. ‘Veel cliëntenraden gebruiken die CQ-index ook nu nog steeds als thermometer om tot betere zorg te komen. Natuurlijk zien wij haken en ogen aan die CQ-index, omdat die steeds meer een “moetje” is geworden om aan geld te komen van het zorgkantoor. Bovendien houdt de index door zijn vaste items onvoldoende rekening met verschillen tussen mensen. De vraag is alleen wat ervoor in de plaats moet komen. Daarover zullen we overeenstemming moeten bereiken.’
Rol voor ZorgkaartNederland?
ZorgkaartNederland dan? Directeur Wilna Wind van patiëntenfederatie NPCF bepleitte dit in een recent interview. ‘ZorgkaartNederland kan faciliteren dat wat mensen vinden wordt gebundeld en gepresenteerd’, zegt Laterveer. ‘Het moet wel voor iedereen beschikbaar zijn, als een soort Wikipedia voor de samenleving in plaats van dat het van één partij is.’
Ook Biacsics vindt dat ZorgkaartNederland meer statuur zou moeten krijgen wil het als alternatief voor de CQ-index kunnen dienen. Ze zegt: ‘Het is een soort digitale kwaliteitsbarometer. Die rol kan het blijven spelen, maar ik heb niet de indruk dat die de afgelopen jaren sterk is gegroeid. Het moet toch vooral vanuit de instellingen zelf komen. Ik zou de nadruk op de interne audits willen leggen. Die bieden ook wat de instellingen zelf willen: niet meten voor de overheid, maar voor zichzelf. Dit vraagt wel om sterke cliëntenraden. Ze moeten een serieuze gesprekspartner voor de raad van bestuur zijn, ook ongevraagd. Bestuurders en managers moeten zich bewust zijn van de meerwaarde die de strikte onafhankelijkheid van de cliëntenraden te bieden heeft voor de organisatie. Verder moeten de cliëntenraden actief hun rol pakken bij de audits. Vooral bij de interne audits kunnen ze een wezenlijke functie vervullen in het toezien op kwaliteit vanuit het cliëntenperspectief.’
Real time meting
Gupta Strategists pleit in een rapport voor een meer gestructureerde en tijdige meting van cliëntervaringen. Hoe kijken NCZ en LOC daar tegenaan? ‘Het is absoluut nodig om meer met real time informatie te werken’, zegt Laterveer. ‘Daarbij zullen we meer naar individuele organisaties moeten kijken, want iedere organisatie en situatie is anders. Overleg over kwaliteit zou veel meer in een netwerkstructuur moeten plaatsvinden. Met grote rollen voor de cliëntenraad, de ondernemingsraad, de raad van toezicht en de raad van bestuur.’
Die ruimte is er ook, stelt Biacsics. Ze zegt: ‘Verpleeghuizen hebben nu meer vrijheid in de manier waarop ze het kwaliteitsvraagstuk aanpakken en het is beslist zaak dat ze die ruimte pakken. Ze moeten strijden om de cliënt te krijgen tenslotte.’
Is er dan ook nog een rol voor Zorginstituut Nederland? ‘Die kan hooguit faciliterend zijn, maar zeker niet sturend’, zegt Laterveer. ‘Je zult het toch met elkaar moeten doen, op lokaal niveau.’
Dicht bij de cliënt blijven
Biacsics waarschuwt wel: ‘Wat er ook in de plaats komt voor de CQ-index, we moeten in ieder geval uitkijken dat er niet weer een geformaliseerd instrument komt in de plaats voor de CQ-index. Het zijn toch vooral de cliëntenraden die als barometer kunnen fungeren voor wat zich binnen een instelling afspeelt. Die cliëntenraden gebruiken al diverse effectieve methoden om het cliëntenperspectief in kaart te brengen en moeten dat vooral ook blijven doen. Bovendien is er nu het cliëntbehandelplan, waarin de vraag centraal staat: “Wat is voor u goede zorg?”. Daar zit al een eerste ijkpunt voor de verpleeghuizen, om te kijken of ze kunnen bieden wat de cliënt vraagt als antwoord op die vraag. Met andere woorden: wij pleiten ervoor om die meting zo dicht mogelijk bij de cliënt te houden. De cliënt zelf hoort hierin de hoofdrol te spelen, en als die er niet meer toe in staat is dan diens naaste.’
Hierin kan Laterveer zich vinden. ‘Er zitten echter wel consequenties aan’, zegt hij. ‘Als we inderdaad vinden dat de cliënt – en de medewerker – horen te bepalen wat kwaliteit is, dan verandert de rol van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Die moet dan echt gaan toezien op basis van wat cliënten en medewerkers als kwaliteit gedefinieerd hebben.’ Deze opvatting sluit goed aan bij de 4 kernpunten die voor NCZ centraal staan: bejegening, aandacht, sfeer en service.
Interview door Frank van Wijck
Meer weten
- Interview: Wilna Wind (NPCF): ‘Gooi de CQ-index overboord en omarm ZorgkaartNederland’
- Gupta onderzoek: 7 verbeterpunten voor kwaliteit en bedrijfsvoering verpleeghuiszorg
- Vragen en antwoorden over ZorgkaartNederland