Verpleegzorg voor ouderen
Bron: www.igz.nl
Omgaan met mensen met dementie
Het aantal mensen met dementie neemt de komende jaren toe. Het zijn vaak ouderen en ze kunnen niet altijd zelf meer aangeven wat ze nodig hebben. Ook kan het gedrag veranderen van deze mensen. Daardoor komt het regelmatig voor dat mensen met dementie door hun omgeving en zorgverleners niet worden begrepen. Dat wordt onbegrepen gedrag genoemd. Als zorgverleners oudere mensen met dementie niet begrijpen, leidt dat tot risico’s in de zorg voor de cliënten. Om deze groep mensen goed te kunnen verzorgen, leren zorgverleners anders te werken. Dat betekent dat ook de inspectie anders toezicht houdt en op een andere manier controleert.
- Zo beoordeelt de inspectie
- Zorg aan dementie moet voldoen aan 8 kernelementen
- Nieuw hulpmiddel voor inspecteur: observeren
Zo beoordeelt de inspectie
Zorgverleners en wetenschappers hebben afgelopen jaren veel geleerd over de zorg aan mensen met dementie. Op basis van deze kennis hebben zorgverleners nieuwe afspraken gemaakt waaraan goede zorg voor mensen met dementie moet voldoen. De inspectie beoordeelt of zorgverleners werken volgens hun eigen afspraken. De kwaliteit in de zorg wordt namelijk niet bepaald door de inspectie, maar door de zorgverleners en zorgaanbieders zelf. Zij bepalen wat de minimum kwaliteit is, de inspectie controleert of iedereen zich hieraan houdt.
Zorg aan dementie moet voldoen aan 8 kernelementen
Natuurlijk moet de zorg voor mensen met dementie aan de standaard kwaliteit voldoen. Maar de zorg voor mensen met dementie moet ook aan onderstaande eisen voldoen. Dat zijn de zogenoemde 8 kernelementen:
|
Nieuw hulpmiddel voor inspecteur: observeren
Krijgt iemand overdag activiteiten aangeboden die hij of zij zinvol of leuk vindt? Wordt iemand aangesproken op de manier die hij of zij plezierig vindt? Hoe de persoon de zorg ervaart, maakt onderdeel uit van de kwaliteit. Oudere mensen met dementie kunnen vaak moeilijk zelf aangeven wat hun wensen zijn. Hoe kan een inspecteur dan beoordelen of de zorg aansluit bij de wensen van deze cliënt?
Daarvoor is een hulpmiddel ontwikkeld waarmee een inspecteur mensen kan observeren. Deze methode heet SOFI, Short Observational Framework for Inspection. Dit hulpmiddel is ontwikkeld door de Bradford universiteit enCQC, de Engelse inspectie.
In de huiskamer observeren
Met SOFI zitten twee inspecteurs zo’n anderhalf uur in een huiskamer. Zij observeren hoe zorgverleners reageren op een bewoner, en andersom. Worden activiteiten gestimuleerd door de medewerkers? Wordt met de bewoners gepraat, een liedje gezongen, een spelletje gedaan, gewandeld? Hoe is de stemming van bewoners, hoe betrokken zijn zij bij de omgeving?
Hierna volgt een gesprek met de medewerkers waarin situaties die de inspecteurs hebben gezien, worden besproken. Zo krijgen de inspecteurs een beter beeld hoe de individuele cliënten met dementie de zorg ervaren.
SOFI helpt zorg te verbeteren
In 2014 ging de inspectie het hulpmiddel SOFI uitproberen bij twintig instellingen. De belangrijkste conclusie van deze bezoeken was dat SOFI de inspecteur goed helpt om een beeld te krijgen hoe cliënten de zorg ervaren. Ook helpt het zorgverleners kritisch te kijken naar het eigen handelen en zo de zorg verder te verbeteren.
De inspectie heeft in 2015 nog meer ervaring opgedaan met dit observatie-hulpmiddel. In het voorjaar van 2016 maakt ze hiervan de conclusies bekend.
Meer informatie: