Een van de sprekers tijdens het symposium Van inspraak naar invloed is Jan Vesseur, voormalig Hoofdinspecteur Patiëntveiligheid Igz, huidig adviseur kwaliteit, veiligheid en calamiteitenonderzoek in de zorg, en medeoprichter van MedMij (programma ‘meer regie over eigen gezondheid’). Jan zal vertellen over het belang van- en hoe- informatie in de zorg tussen zorgprofessionals, zorginstellingen en de patiënt uitgewisseld kan worden.
Patiënten horen volledige inzage te hebben in hun medische gegevens, vindt Jan Vesseur, adviseur kwaliteit, veiligheid en calamiteitenonderzoek in de zorg. ‘Wat patiëntportalen nu bieden is om te huilen’, zegt hij. ‘instellingen schofferen hun cliënten hiermee en het ontbreekt hen aan een stem om hieraan iets te veranderen. De cliëntenraad is de enige partij die in staat is om de instellingen te confronteren met dit feit en die verandering wél te bewerkstelligen. Zij zijn de stem voor de patiënt, in een zorg waarin nu vooral de dokter het voor het zeggen heeft.’
Vesseur, tweede spreker tijdens het symposium Van inspraak naar invloed, zal tijdens zijn presentatie dieper ingaan op de ontwikkeling van het persoonsgebonden dossier, waarin hij als lid van de stuurgroep van MedMij (programma “meer regie over eigen gezondheid”) een actieve rol heeft gespeeld. ‘Het belang van die eigen regie kan ik niet genoeg benadrukken’, zegt hij. ‘De zorg wordt veiliger als de patiënt inzage heeft in zijn eigen gegevens. Hij zal die immers altijd controleren en ik weet hoe vaak daarin fouten sluipen.’ Dit inzicht is bij Vesseur ontstaan doordat hij zelf als patiënt de zorg heeft leren kennen. ‘Daardoor ben ik ook het belang van de cliëntenraad veel meer gaan ínzien’, zegt hij. ‘Toen ik nog werkzaam was als hoofdinspecteur patiëntveiligheid bij de Inspectie, was die rol nog lang niet zo duidelijk voor me. In de langdurige zorg hadden we wel meer contact met cliëntenraden, maar in de ziekenhuiszorg helemaal niet. Nu realiseer ik mij dat de cliëntenraad eigenlijk dezelfde positie binnen een instelling zou moeten hebben als de raad van toezicht. Het is veelzeggend dat voor toezichthouderschap een goede vergoeding wordt geboden en dat lid zijn van een cliëntenraad nog steeds vrijwilligerswerk is.’
