Het voorbije jaar liet zich niet kenmerken door stilte en stilstand, integendeel op veel fronten was er een voortgaande beweging. In alle geledingen klopte het ‘Isala-hart’ en was de focus gericht op de kwaliteit. Gelukkig is afgestapt van het streven om het ‘beste ziekenhuis van Nederland’ te worden en te blijven. Nee, de focus wordt meer gericht op het realistische doel om bij ‘de top’ te behoren.
Om bij die top te komen moet er een voortdurende waardering zijn van de externe wereld. Erkend moet worden dat een begrip als waardering vaak een zaak van beleving is, waarbij het individuele welbevinden en eigen ervaringen bepalend zijn. Het zit vaak in de kleine dingen wanneer een oordeel over het ziekenhuis wordt gegeven. Niettemin kan het wel worden gemeten en zo mogelijk geobjectiveerd. Uit alle onderzoeken blijkt telkens weer dat de beoordeling (positief of negatief) meestal geen betrekking heeft op de medische, inhoudelijke kwaliteit van de zorg, zeg maar de professionaliteit van de artsen. Nee het gaat dan om aspecten als bejegening, de attitude, kortom de gastvrijheid in ruime zin. Dat noemen we kleine kwaliteit omdat het gaat om kleine zaken maar wel met een hoog waarderingsgehalte. De professionele kwaliteit is naar ons oordeel voldoende ingebed in de verschillende interne en externe kwaliteitssystemen en controles. In dit verband willen we ook de gigantische inspanningen die worden geleverd voor de JCI accreditatie, die Isala hopelijk in 2016 zal halen, niet onvermeld laten.
In 2015 kon, tot tevredenheid, uitvoering worden gegeven aan het uitgebrachte advies in eind 2012 over de wijzigingen van de bezoektijden. De weg daarheen had veel kenmerken van de bekende Echternachse processie: twee stappen vooruit, een achteruit. Maar beter lang gewacht dan nooit gekomen. De eerste signalen wijzen op een positieve ontvangst, maar zoals afgesproken zullen we gaan evalueren. Wij doen dat in samenspraak met de VAR en de Focusgroep Zorg. Ook hebben wij interviews gehouden in de hal en zullen we een peiling houden onder de patiënten.
In het voorbije jaar hebben we veel contact gehad met de Cliëntenraad Isala Diaconessenhuis, dit met oog op de daadwerkelijke fusie die gepland staat voor 1 januari 2017. Alsdan zal er ook het nodige veranderen voor de manier waarop de Cliëntenraden vorm krijgen in de nieuwe structuur.
Het was opnieuw een goed jaar waarin wij ons werk op een de goede manier hebben kunnen uitvoeren. Wij hebben opnieuw ervaren dat Isala het functioneren van een Cliëntenraad op prijs stelt en dat zij daarvoor ook de nodige middelen in geld en menskracht beschikbaar heeft gesteld. Niet omdat het hoort, maar omdat wij het zo hebben ervaren, ons werk hadden we niet kunnen doen zonder de niet aflatende ondersteuning van onze ambtelijk secretaris Ada Ruitenberg. Op deze plaats past een woord van dank.
Harm Lassche, voorzitter Cliëntenraad