Bron: www.waardigheidentrots.nl

de kracht van het alledaagse

Op 3 maart 2016 vindt het Algemeen overleg ‘Wet langdurige zorg (Wlz)’ plaats in de Tweede Kamer. Staatssecretaris Van Rijn van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gaat in op ontwikkelingen binnen de Wlz. Zo komt ook de voortgang van het programma Waardigheid en trots aan bod.

Waarover gaat het precies op 3 maart? We zetten de belangrijkste ontwikkelingen bij dit overleg over de kwaliteit van verpleeghuiszorg op een rij.

Kwaliteitskader verpleegzorg

In het programma Waardigheid en trots presenteert staatssecretaris Van Rijn een plan van aanpak om de kwaliteit van de verpleegzorg in Nederland te verbeteren. Kernelementen hieruit zijn autonomie en maximaal behoud van kwaliteit van leven van ouderen die verpleegzorg krijgen. Iedereen heeft wel een bepaald beeld bij waardigheid, liefdevolle zorg en gemotiveerde zorgprofessionals. Maar hoe gaat dat in zijn werk in de dagelijkse zorg voor ouderen? Wat is goede en betrokken verpleegzorg en wat is daarvoor nodig?

Landelijk betrokken partijen hebben zich samen gebogen over deze vragen om tot een nieuwe vertaalslag van kwaliteit van verpleegzorg te komen: het kwaliteitskader verpleegzorg. Dit vormt de basis van wat cliënten en hun naasten mogen verwachten van verpleegzorg en is tevens het kader voor de zorgprofessional en de zorgorganisatie om daar een nadere invulling aan te geven.

Afwegingskader toegang Wet langdurige zorg

Het indiceren voor zorg op grond van de Wlz is een afweging die meerdere aspecten kent. De zorg die Wlz-cliënten nodig hebben is zwaar en complex, omdat sprake is van permanent toezicht en/of 24 uur zorg in de nabijheid. De benodigde zorg beslaat het verdere leven van de cliënt en betreft alle levensdomeinen. Dat vereist een onafhankelijke en objectieve beoordeling van de zorgbehoefte.

Om te kunnen vaststellen of recht bestaat op Wlz-zorg, beoordeelt het CIZ de zorgbehoefte op basis van verkregen informatie van de cliënt en beroepsbeoefenaren, zoals de huisarts. Hiertoe gebruikt het CIZ een wegingskader. Van Rijn heeft Zorginstituut Nederland (ZiNL) gevraagd om samen met het CIZ verbeteringen in dit kader te onderzoeken en uit te werken. Uit dat onderzoek trok ZiNL vier conclusies:

  • Het afwegingskader is een goede operationalisering van de wettelijke criteria
  • De interbeoordelaars-betrouwbaarheid moet worden verbeterd
  • De termen ‘blijvend’ en ’24 uur per dag zorg in de nabijheid’ voldoen
  • Sociale context moet worden meegenomen bij het bepalen van de toegang tot de Wlz

Het CIZ voert een uitvoeringstoets uit, gericht op de invoering van het afwegingskader voor de sectoren VV en GHZ. De aanbeveling van ZiNL die de interbeoordelaars-betrouwbaarheid structureel vergroot, wordt daarin betrokken.

Voortgang Waardigheid en Trots

Het programma Waardigheid en trots is gebouwd rond vijf speerpunten, waarbinnen diverse projecten worden uitgevoerd om de kwaliteit van verpleeghuiszorg te verbeteren:

  1. Samenwerking tussen cliënt, informele zorg en zorgverlener
  2. Basis op orde: veilige zorg
  3. Meer ruimte voor en kwaliteit van professionals
  4. Kwaliteit staat of valt met bestuurlijk leiderschap
  5. Openheid en transparantie

In de periodieke voortgangsrapportage wordt per speerpunt de stand van zaken in de projecten beschreven. Dit gebeurt aan de hand van de doelstellingen uit het plan Waardigheid en trots. Liefdevolle zorg voor onze ouderen.

Waardig leven met zorg! (Vernieuwingsagenda Wlz)

Van Rijn stuurde op 26 februari 2016 de brief Waardig leven met zorg! naar de Tweede Kamer. Samen met betrokken branche- en belangenorganisaties en partijen in het veld heeft hij een ambitie geformuleerd om waardig leven met zorg in de Wlz te bevorderen. In de brief zet hij deze ambitie uiteen en presenteert een gerichte meerjarige aanpak voor de Wlz, vanuit de programma’s Waardigheid en trots en Dementievriendelijke samenleving, en het binnenkort uit te brengen plan van aanpak Gehandicaptenzorg.

Eén kant daarvan is het inzetten op de relatie tussen de mens met een beperking en zorgverleners. De andere kant is het aanpassen van regels in de indicatiestelling, zorginkoop, bekostiging en verantwoording, die drempels opwerpen voor zorgaanbieders. Het gaat om:

  • Substantieel meer (financiële) zeggenschap voor mensen met een zware beperking over de ondersteuning en zorg in hun leven (thuis of in andere woonvormen);
  • Meer innovatieve zorgaanbieders;
  • Stimuleren van technologische innovaties.

In enkele bijlagen bij de brief schetst Van Rijn hoe belemmeringen in de uitvoering ervoor zorgen dat mensen met zware beperkingen niet in positie worden gebracht om hun leven te leiden zoals zij dat zelf willen. Om deze belemmeringen weg te nemen, wil hij in samenwerking met het veld diverse acties in gang zetten om de uitvoering van de langdurige zorg de komende drie jaar te vernieuwen.

Meer weten

 

Vergelijkbare berichten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *