Het wetsvoorstel Wmcz2018 is op 20 november 2018 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.
Hier leest u de highlights van het plenaire debat dat vooraf ging aan de stemming
Hier leest u op welke wijzigingen is gestemd en die van toepassing zijn op het wetsvoorstel
De Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) bespreekt op 27 november 2018 de procedure. Dit betekent dat in een procedurevergadering door de Kamercommissie wordt bepaald: op welke manier het voorbereidend onderzoek zal plaatsvinden en hoe de verdere voorbereiding zal verlopen. De Kamercommissie zal hierbij kiezen tussen een korte procedure of een langere procedure met (weer) schriftelijke reacties etc. NCZ heeft de Kamercommissie een brief geschreven met het verzoek te kiezen voor de korte procedure, gezien het lange tijdsbestek dat het traject al duurt en vooral gezien de komende verkiezingen in mei 2019.
Download hier de brief van NCZ aan de Eerste Kamercommissie VWS
Klik hier voor alle informatie over de Wmcz
Het wetsvoorstel heeft tot doel verbeteringen aan te brengen in het stelsel van medezeggenschap in zorginstellingen, zoals dat is neergelegd in de huidige Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). Het voorstel beoogt de positie van cliëntenraden te verstevigen ten opzichte van zorginstellingen, en tegelijkertijd tegemoet te komen aan de wens van instellingsbesturen en cliëntenorganisaties tot grotere ruimte voor maatwerk.
Nogmaals de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Wmcz op een rij:
1.het invoeren van gelaagdheid in de medezeggenschap;
2.uitbreiding van de onderwerpen waarover in de medezeggenschapsregeling regels moeten worden gesteld
3.het vervangen van het verzwaard adviesrecht door een instemmingsrecht met een zwaarder toetsingscriterium
4.de verplichting van de instelling de cliëntenraad het gebruik toe te staan van de noodzakelijke voorzieningen alsmede de financiële middelen ter beschikking te stellen die de cliëntenraad redelijkerwijze nodig heeft om zijn taak te kunnen uitvoeren;
5.het regelen van toezicht door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (IGJ i.o.);
6.het toekennen van het recht van enquête aan cliëntenraden;
7.het verplichten tot openbaarmaking vacatures voor de cliëntenraad;
8.het regelen van de verplichting voor de instelling om de cliëntenraad desgevraagd hulp te verlenen bij het inventariseren van de wensen van zijn achterban;
9.aanscherpen van de voorwaarde tot tijdig vragen van advies of instemming;
10.de mogelijkheid om onder strikte voorwaarden een cliëntenraad te ontbinden die structureel tekortschiet in de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de cliënten wier belangen hij dient te behartigen; en
11.vervallen van de verplichting van de instelling tot het opstellen van een schriftelijk verslag over wetstoepassing.