Er komt per 2018 een nieuwe bekostiging om samenwerking in de eerstelijnszorg te stimuleren. De brancheorganisaties ZN, LHV, InEen en het ministerie van VWS hebben dat besloten.
De nieuwe bekostiging moet de samenwerking tussen huisartsen, fysiotherapeuten, eerstelijnszorgcentra, gezondheidscentra en andere zorgaanbieders versterken. Ze krijgen geld voor het organiseren van de samenwerking en de infrastructuur. Daar bestaan nu ook al twee vormen van bekostiging voor: de zogeheten GEZ-bekostiging voor geïntegreerde gezondheidscentra en de ketenzorg-dbc’s. Maar die stonden in het veld bloot aan de nodige kritiek, legt Edwin Velzel uit, die als adviseur nauw betrokken was bij het project. ‘Zorgverzekeraars gingen verschillend om met de GEZ. Sommige verzekeraars betaalden alleen aan centra waarin de mensen in loondienst waren, andere wilden er helemaal vanaf. Bij de ketenzorg-dbc’s bepaalde het aantal chronische patiënten hoeveel ruimte er was voor ondersteuning.’
Betaaltitels samenwerking eerstelijnszorg
In de nieuwe bekostiging komen vier betaaltitels. Bij praktijkmanagement krijgen bijvoorbeeld huisartsen die samenwerken geld voor de organisatie van het niet-patiëntgebonden werk, zodat ze meer tijd hebben voor patiënten. Zorgaanbieders die op wijkniveau samenwerken kunnen een beroep doen op de betaaltitel wijkmanagement. Het kan gaan om een samenwerkingsverband van bijvoorbeeld huisartsen, fysiotherapeuten, wijkverpleegkundigen, diëtisten, verloskundigen en psychologen die ondersteuning willen voor de coördinatie en organisatie van de samenwerking. De betaaltitel regiomanagement is voor de organisatie van de regionale samenwerking. Dat gaat vaak om zorggroepen en gezondheidscentra die samenwerken bij kwaliteitsverbetering en zorginnovatie. Het gaat bijvoorbeeld om overleg met ziekenhuizen, gemeenten, ggz-instellingen en ouderenzorgorganisaties. De vierde betaaltitel is de ondersteuning van ketenzorg voor chronisch zieke patiënten. Zorgaanbieders krijgen voor de organisatie daarvan voortaan een bedrag per aantal inwoners in een regio, los van de bekostiging voor de zorg.
Uitdagingen eerstelijnszorg
‘De eerstelijnszorg heeft te maken met enorme uitdagingen’, zegt Judith van Duren van brancheorganisatie van eerstelijnscentra InEen. ‘Het aantal kwetsbare ouderen dat thuis woont neemt sterk toe. Ggz-patiënten worden steeds meer in de wijk opgevangen. Ziekenhuizen dragen een deel van de medisch-specialistische zorg over aan de eerstelijnszorg. Om die uitdagingen in goede banen te leiden is het cruciaal dat er meer geld vrijkomt voor de organisatie van samenwerking in de eerste lijn’. Met de huidige vormen van bekostiging voor samenwerking is 120 miljoen euro gemoeid. Als het aan InEen ligt, wordt dat bedrag de komende jaren groter. Daarover moet het nieuwe kabinet in nieuwe hoofdlijnenakkoorden afspraken gaan maken. In de hele eerste lijn gaat nu zo’n twee miljard euro om.
Minder zorg in ziekenhuizen
De versterking van de eerste lijn kan veel opleveren. In het rapport Een sterke eerste lijn voor betere zorg en beheersbare zorgkosten rekent Velzel voor dat 6 procent van het budget van de medisch-specialistische zorg naar de eerste lijn kan. ‘Of dat ook lukt, hangt sterk af van hoe zorgverzekeraars de zorginkoop doen en welke resultaten zorgaanbieders in de eerste lijn kunnen laten zien. We moeten goed gaan volgen of de verwachtingen ook uitkomen.’ De NZa gaat de betaaltitels verder uitwerken. Voor nieuwe afspraken gaan die per 2018 gelden. Nog lopende afspraken krijgen een overgangstermijn. Guus Schrijvers plaatst in zijn blog op Zorgvisie enkele kritische kanttekeningen bij de nieuwe bekostiging.
Bron: Zorgvisie