Medezeggenschap was onbesproken in zaak Meavita
De Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam heeft op 2 november jl. uitspraak gedaan op het verzoek van ABVAKABO FNV tot het vaststellen van wanbeleid bij het (voormalige) Meavita-concern.
De Ondernemingskamer heeft wanbeleid vastgesteld. Voor dat wanbeleid zijn (de leden van) de raden van bestuur respectievelijk de toezichthoudende organen van Meavitagroep, S&TZG en Meavita Nederland verantwoordelijk. (bron: Rechtspraak.nl)
In de uitspraak van de Ondernemingskamer staat o.a. dat de Raad van Commissarissen het overtreden van de WMCZ onterecht onbesproken heeft gelaten!
De uitspraak bevat o.a. het volgende voor Cliëntenraden belangrijke item:
Ten aanzien van het ontwikkelen van TVfoon, een eigen t.v. zender (!) door Meavita:
– Ten onrechte heeft de raad van commissarissen het overtreden van de interne regels en van de ‘Wet op de ondernemingsraden’ en de ‘Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen’ onbesproken gelaten. Daardoor is de raad van commissarissen niet toegekomen aan de vraag of daaraan consequenties moesten worden verbonden, maar heeft hij integendeel voor het desbetreffende beleid decharge verleend.
Deze uitspraak bevestigt het standpunt van NCZ dat medezeggenschap hoog op de agenda’s van Raden van Toezicht moet komen te staan en dat Raden van Toezicht en Cliëntenraden samen moeten werken. Nog veel te vaak komt het voor dat cliëntenraden nauwelijks tot nooit met toezichthouders spreken terwijl juist zij een belangrijke graadmeter zijn voor de kwaliteit van zorg vanuit het cliëntenperspectief!
De Raad van Toezicht houdt weliswaar toezicht op de gehele zorginstelling, maar houdt uiteindelijk vooral toezicht op de kwaliteit van de zorg. Dit hebben zij gemeen met de cliëntenraad.
Toezichthouders ‘nieuwe stijl’ en cliëntenraden zullen nog meer dan voorheen partners moeten zijn in een krachtige zorgorganisatie. Zij zullen met hun wijsheid en moed en met aandacht en persoonlijke betrokkenheid nieuwe wegen in moeten slaan zonder daarbij de kernwaarden van de organisatie uit het oog te verliezen.
Voor veel Raden van Bestuur is het overleg tussen de Raad van Toezicht en de Cliëntenraad zonder de aanwezigheid van de Raad van Bestuur niet vanzelfsprekend. NCZ vindt dit niet van deze tijd en vindt dat deze twee partijen ook zonder de Raad van Bestuur moeten kunnen overleggen.
De Raad van Toezicht moet vooral toezien op de gang van zaken en de kwaliteit van de zorg in de zorginstelling. Hiervoor is het belangrijk dat de Raad van Toezicht niet alleen goed contact heeft met de Raad van Bestuur, maar zeker ook luistert naar de stem van de cliënt!
Om Cliëntenraden gelijkwaardige gesprekspartners te kunnen laten zijn is versterking van wetgeving nodig. NCZ zet zich in voor betere wettelijke kaders voor cliëntenraden zoals o.a. het recht op een scholingsbudget, het recht om externe deskundigheid in de kunnen huren en het recht op onafhankelijke professionele ondersteuning.
Lees hier de gehele uitspraak: Ondernemingskamer stelt wanbeleid vast bij Meavita
Download HIER het persbericht van de Ondernemingskamer
Lees in dit kader ook de publicatie van Pieter-Jan Klok, universitair docent beleidswetenschappen aan de UT Twente: “Laat zorgverleners toezicht houden.”