Interview Fred Schrander

Wars van managementstrategieën, MBA-taal en vakjargon: dat is Fred Schrander, bestuurder van zorgorganisatie Trivium Meulenbelt in Twente. Hij leidt zijn organisatie op zijn eigen manier, waarin de cliënt en zijn wensen écht centraal staan. Zijn sleutel tot succes: zelf diensten draaien, veel naar cliënten luisteren en investeren in de relatie met de cliëntenraad.
Een beetje excentriek is Fred als bestuurder wel te noemen. Maar vanuit zijn functie vindt hij maatwerk en passende oplossingen het belangrijkste. De cliënt staat voorop en is leidend. Zijn manier van besturen roept regelmatig vraagtekens op bij collega-bestuurders. Maar voor Trivium Meulenbelt werkt het. Zo blijkt ook uit het rapport van de inspectie.
Marktwerking in de zorg
Fred is al jarenlang werkzaam als bestuurder bij Trivium Meulenbelt en heeft de hele transitie richting marktwerking van dichtbij meegemaakt. Fred: “Met de komst van de marktwerking is er veel veranderd en zijn wij als organisatie flink gegroeid. Toch hebben we er bewust voor gekozen om zo min mogelijk overhead te hebben en juist zo dicht mogelijk bij de cliënt te blijven.”
“Deze strategie hebben we vanaf het begin af aan samen met de or en de cliëntenraad vormgegeven. Ik investeer liever in mensen op de werkvloer dan in beleidsmedewerkers. Natuurlijk zeggen alle zorginstellingen dat, maar wij voegen écht de daad bij het woord. Ik praat als bestuurder liever met een verpleegkundige of een cliënt dan met mensen van buiten de organisatie. Al hoort dat natuurlijk ook bij mijn werk.”
Cliënt écht centraal zetten
“Als bestuurders in de zorg vergeten we soms dat het niet om de cijfertjes draait, maar om goede zorg en kwaliteit van leven van onze cliënten. Dat is ons grote doel. Daarom beschrijven wij ‘de kwaliteit van de zorg’ ook direct samen met de cliënten en medewerkers. Om onze manier van besturen en werken mogelijk te maken, moeten het bestuur en het managementteam ook de taal van de cliënt spreken en goed weten wat er gebeurt op de werkvloer.”
“Daarom draai ik per maand meerdere diensten mee op de werkvloer. En daar spreek je de cliënten echt. Ze vertellen je persoonlijk wat er goed gaat en wat ze graag anders zien. Bijvoorbeeld een oudere dame die mij vertelde dat ze nog zelf kan douchen. Maar wel graag wilde dat ik erbij bleef staan omdat ze bang was om te vallen. En tijdens het douchen vertelt ze dan haar levensverhaal. Of een meneer die vertelde dat hij nog wel zelf de dokter voor een afspraak wil bellen, maar het wel fijn vindt als er iemand meeluistert. De paar keer daarvoor had een verpleegkundige dat gedaan, en dat vond hij minder prettig. Dat is zeer waardevolle informatie voor mij.”
Samenwerking met de cliëntenraad
“Omdat ik zoveel tussen de cliënten ben, weet ik ook vaak wat er écht speelt. Terwijl dit bij andere zorginstellingen vaak andersom gebeurt. Daar hoort de bestuurder veel zaken niet of pas heel laat. Dat vind ik een slechte zaak. Verder zijn er regelmatig spiegelgesprekken met cliënten. Dan zit er een bestuurder of teammanager bij, die eerst alleen mag luisteren. Cliënten krijgen dan ruim de tijd om hun verhaal te doen. Dat is zo leerzaam en mooi. Dit helpt echt om de kwaliteit van de zorg op persoonlijk niveau te verbeteren!”
“De cliëntenraad speelt hierin een belangrijke rol. Ik heb regelmatig contact met de raad en woon vergaderingen bij. Bij ieder besluit dat we nemen, nemen we consequent de cliëntenraad mee. Zo zijn ze altijd op de hoogte en werken we in goede harmonie samen. Daarom leg ik ook maar één à twee keer per jaar een advies ter goedkeuring aan ze voor. Meer is niet nodig, omdat we constructief samenwerken. Maar ook hier geldt: geen MBA-taal en vakjargon, maar gewoon normaal praten en zeggen waar het op staat. En weet je wat het belangrijkste van ons werk is? Heel goed en lang luisteren, alleen neemt mijn beroepsgroep daar niet altijd de tijd voor!”