De inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft het afgelopen jaar extra toezicht gehouden op 150 verpleeginstellingen. Reden hiervoor is het in 2014 gepubliceerde rapport “Verbetering van de kwaliteit van ouderenzorg gaat langzaam”. In de periode tussen januari 2015 en april 2016 stelde de inspectie 8 huizen van de 150 zorginstellingen onder scherp toezicht. Bij 38 van de 150 zorginstellingen vervolgt de IGZ haar toezicht met inspectiebezoeken en bestuursgesprekken. Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) investeert in goede verpleeghuizen en sluit het net rond slechte. Van Rijn zal open kaart spelen over welke Nederlandse verpleeghuizen slecht presteren.
Een derde van de onder extra toezicht staande instellingen moet zich uiterst inspannen om de complexe zorg aan te kunnen. In die instellingen is dan ook blijvend toezicht noodzakelijk. Een zorgelijke situatie aldus de inspectie. Daarnaast staan 8 van de 150 instellingen onder verscherpt toezicht en kreeg één instelling een aanwijzing.
De grootste zorgen betreffen 11 organisaties die meer nodig hebben dan alleen het intensieve toezicht. Deze instellingen sturen onvoldoende op kwaliteit en veiligheid. Fouten worden niet tot nauwelijks gemeld.
In een groot gedeelte van de 150 instellingen kan de coördinatie van de dagelijkse zorg beter. Medewerkers zijn betrokken en werken met aandacht voor de cliënt, maar te vaak is onduidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Instellingen werken aan deskundigheid, maar volgens de inspectie duurt dit te lang. De inzetbaarheid en deskundigheid van medewerkers passen niet goed bij de zorgbehoefte van de cliënt.
Klik hier voor het hele bericht.
Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) reageert als volgt op het onderzoek van de inspectie: ‘Onze ouderen verdienen de best mogelijke zorg. Daarom heb ik dit jaar de bezuiniging van 500 miljoen structureel geschrapt en vorig jaar structureel 200 miljoen vrij gemaakt voor de verpleeghuiszorg. Daarom ook heb ik de inspectie gevraagd mij te rapporteren over waar het niet goed gaat. Daardoor weten we nu dat elf instellingen door de ondergrens dreigen te zakken. Dat is onacceptabel. Achterblijvers moeten verbeteren of sluiten.’
Van Rijn maakt hiermee duidelijk dat er direct wordt ingegrepen op plekken waar dat noodzakelijk is. Interventieteams die geen enkel middel schuwen zoals vervanging van bestuur, patiëntenstops en sluiting worden hier ingezet. Deze teams bestaan uit mensen van de Nederlandse Zorgautoriteit, zorgkantoren en het ministerie en werkt samen met de Inspectie. Ondertussen blijven deze instellingen onder permanent toezicht staan. Aanvullend kondigt de bewindsman een grootstedelijke aanpak aan, in navolging van de Amsterdamse aanpak.
Doelstelling is om vanaf 2017 per locatie openbaar te maken hoe een zorginstelling presteert. Deze informatie zal dan gepubliceerd worden op sites als kiesbeter.nl en zorgkaartnederland.nl. Hierdoor kan weloverwogen een keus worden gemaakt voor welk verpleeghuis men kiest om de laatste jaren van het leven door te brengen.
Klik hier voor het hele bericht.
De lijst met 150 instellingen is door de IGZ onderverdeeld in vier categorieën.
1. Intensief vervolgtoezicht
Dit betekent dat binnen een organisatie in korte tijd bestuursgesprekken en meerdere (onaangekondigde) bezoeken bij verschillende locaties van de zorginstelling plaatsvinden. Op basis daarvan gaat de inspectie een oordeel geven over de gehele zorgorganisatie of heeft dat inmiddels gedaan.
2. Vervolgtoezicht
De inspectie houdt vervolgtoezicht in de vorm van inspectiebezoeken en/of bestuursgesprekken. De inspectie toetst zo of de instelling de tekortkomingen die zijn geconstateerd, oplost. Als dat het geval is, sluit de inspectie het toezichttraject op betreffende locatie af (zie 4).
3. In afwachting van resultaatsverslag al dan niet vervolgtoezicht nodig
De inspectie heeft in een bezoek tekortkomingen geconstateerd. De instelling moet van de inspectie een verslag maken over hoe zij deze tekortkomingen aanpakt en/of heeft aangepakt, het zogenoemde resultaatsverslag. De inspectie bepaalt na ontvangst van dit resultaatverslag of vervolgtoezicht noodzakelijk is (zie 2).
4. Toezichttraject afgesloten
Dit betekent dat de inspectie in 2016 de zorginstelling niet opnieuw vanuit het risicotoezicht bezoekt. Indien meldingen of andere signalen aanleiding geven voor toezicht, zal de inspectie opnieuw toezicht houden in de vorm van inspectiebezoeken en/of bestuursgesprekken