Nieuwe wet WMCZ 2018

Op 21 december 2017 werd na veel veldwerk, onderzoek en een uitgebreide internetconsultatie een nieuw voorstel voor de wettelijke regeling van medezeggenschap van cliënten ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel “Wet medezeggenschap cliëntenzorginstellingen 2018” moet de huidige WMCZ vervangen. Met de Wmcz 2018 wordt de inspraak en medezeggenschap van cliënten en cliëntenraden in de zorg versterkt.

Deze wetswijziging wil de medezeggenschap verbeteren door een aantal struikelblokken waar cliëntenraden in hun werk tegenaan lopen, aan te pakken. Tegelijkertijd kan niet met een wetswijziging alleen worden volstaan. Op een aantal punten is ook verandering van de cultuur noodzakelijk!

Het wetsvoorstel Wmcz 2018 is op 20 november 2018 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer.

Het voorbereidend onderzoek door de Eerste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vond plaats op 15 januari 2019.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 mei 2019 als hamerstuk afgedaan. De Wmcz2018 is op 22 mei 2019 aangenomen. De Wmcz2018 is op 1 juli 2020 van kracht gegaan.

De procedure in de Eerste Kamer tot aan de publicatie op 20 maart 2020

Waarom een nieuwe wet voor cliëntenraden

Het klinkt zo mooi: ‘de cliënt centraal’. Maar gebeurt dat ook echt? En hoe gebeurt dat?

In de oude WMCZ werd het belang van de cliënt en van de cliëntenraad, benadrukt. Echter, deze wet paste niet meer bij de veranderingen en complexiteit van de huidige zorg. Daardoor was het moeilijk voor cliëntenraden om een gelijkwaardige positie in te nemen.

Cliëntenraden krijgen een steeds zwaardere rol, wat strookt met veranderingen in de zorg en politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Zij worden geacht gelijkwaardige gesprekspartners te zijn voor bestuurder(s) en andere geledingen in de zorg en hun achterban te voorzien van juiste informatie.

De nieuwe Wmcz2018 voorziet in betere afspraken over de tijdigheid en begrijpelijkheid van informatie. Betere afspraken over de samenwerking en over de communicatiestructuur. Het recht op een scholingsbudget, op het in kunnen huren van deskundigheid en op professionele, onafhankelijke ondersteuning. Dit zijn zaken die (centrale) cliëntenraden een betere positie kunnen geven.

Cliëntenraden hoeven natuurlijk niet hoog opgeleid te zijn of alles te weten! Maar zij moeten wel weten en kunnen begrijpen, wat zij moeten weten en vooral hoe en waar zij de informatie kunnen krijgen.

Scholing WMCZ 2018

Wilt u weten wat de wijzigingen in houden en wat daarvan de consequenties voor u als cliëntenraad zijn? Wilt u de huidige stand van zaken en het verloop van de Wmcz 2018 weten? Vraagt u dan hieronder een training of workshop Wmcz aan of schrijf u direct in voor één van de workshops.

WEBINAR Wmcz2018

NCZ webinar door Marika Biacsics over de belangrijkste wijzigingen in de Wmcz2018 die op 1 juli 2020 van kracht is gegaan. Meer informatie

WEBINAR Medezeggenschapsregeling Wmcz2018

NCZ webinar over de achtergrond en betekenis van de Medezeggenschapsregeling conform de Wmcz2018. Meer informatie

Workshop Wmcz2018

Wat gaan de wijzigingen in de nieuwe Wmcz inhouden en hoe sluiten die aan bij de huidige ontwikkelingen? Meer informatie

Workshop Medezeggenschapsregeling Wmcz2018

Een workshop op aanvraag, op maat, op locatie, over de medezeggenschapsregeling die moet worden opgesteld conform de Wmcz2018. Meer informatie

Verwachte effecten van de nieuwe wet

In de Wmcz2018 leest u onder andere dat de bekostiging van cliëntenraden is geregeld en dat cliëntenraden instemmingsrecht op een aantal besluiten krijgen. Ook zijn eerstelijns zorgaanbieders, waar in de regel meer dan 25 personen zorg verlenen, verplicht om een cliëntenraad te hebben. En worden voor cliëntenraden en aanbieders de mogelijkheden verruimd om afspraken te maken die afwijken van deze wettelijke regeling. Hierdoor wordt maatwerk mogelijk. Daarmee moeten nieuwe vormen van medezeggenschap de ruimte krijgen. Ook moeten cliënten die langdurig in een instelling verblijven (of hun vertegenwoordigers) de gelegenheid krijgen om inspraak uit te oefenen op aangelegenheden die direct van invloed zijn op hun dagelijks leven.
Met andere woorden, zorgaanbieders kunnen met deze nieuwe wet met cliëntenraden afspraken op maat gaan maken over de wijze van medezeggenschap. Zo kunnen zorgaanbieders voor zichzelf een goed tegenspel van cliënten organiseren dat berust op een groot draagvlak van betrokken cliënten.

Verschillen tussen de oude en de nieuwe wet

Ten opzichte van de oude wet biedt de Wmcz2018 een behoorlijke verbetering van de positie van cliëntenraden. Bevoegdheden zijn uitgebreid, raden hebben instemmingsrecht en er is meer aandacht voor de ondersteuning van raden. Kortom er zijn behoorlijke verschillen tussen oud en nieuw. De verschillen zijn:

  1. Het invoeren van gelaagdheid in de medezeggenschap, door:
    1. de verplichting om een cliëntenraad in te stellen met deze wet te leggen bij iedere instelling voor langdurige zorg die in de regel door meer dan tien personen zorg doet verlenen en de verplichting om een cliëntenraad in te stellen met deze wet te leggen bij iedere instelling voor eerstelijnszorg die in de regel door meer dan 25 personen zorg doet verlenen ;
    2. de verplichting op te leggen aan grotere instellingen waarin cliënten in de regel langer dan een half jaar verblijven of die bij cliënten thuis zorg laat verlenen, om per locatie waar in de regel door meer dan tien personen zorg wordt verleend een cliëntenraad in te stellen;
    3. instellingen die zorg doen verlenen door in de regel tien of minder personen, de mogelijkheid te bieden vrijwillig een cliëntenraad in te stellen waarop de wet van toepassing is;
    4. de verplichting voor instellingen waar cliënten in de regel langer dan een half jaar verblijven om cliënten in de gelegenheid te stellen inspraak uit te oefenen in aangelegenheden die direct van invloed zijn op hun dagelijks leven;
    5. andere specifieke verplichtingen voor instellingen waar cliënten in de regel langer dan een half jaar verblijven.
  2. Uitbreiding van de onderwerpen waarover in de medezeggenschapsregeling regels moeten worden gesteld, te weten over:
    1. de wijze waarop een cliëntenraad wordt betrokken bij de voorbereiding van bepaalde besluiten;
    2. de verdeling van taken en bevoegdheden van de cliëntenraden in het geval van meerdere cliëntenraden (waaronder mogelijk een centrale cliëntenraad);
    3. de wijze waarop wordt bewerkstelligd dat de benodigde informatie op begrijpelijke wijze aan de cliëntenraad wordt verstrekt.
  3. Het vervangen van het verzwaard adviesrecht door een instemmingsrecht met een zwaarder toetsingscriterium.
  4. De verplichting van de instelling de cliëntenraad het gebruik toe te staan van de noodzakelijke voorzieningen alsmede de financiële middelen ter beschikking te stellen die de cliëntenraad redelijkerwijze nodig heeft om zijn taak te kunnen uitvoeren.
  5. Het regelen van toezicht door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
  6. Het toekennen van het recht van enquête aan cliëntenraden.
  7. Het verplichten tot openbaarmaking vacatures voor de cliëntenraad.
  8. Het regelen van de verplichting voor de instelling om de cliëntenraad desgevraagd hulp te verlenen bij het inventariseren van de wensen van zijn achterban.
  9. Aanscherpen van de voorwaarde tot tijdig vragen van advies of instemming.
  10. De mogelijkheid om onder strikte voorwaarden een cliëntenraad te ontbinden die structureel tekortschiet in de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de cliënten wier belangen hij dient te behartigen.
  11. Vervallen van de verplichting van de instelling tot het opstellen van een schriftelijk verslag over wetstoepassing.

Bekostigingsmodel cliëntenraden

Namens de Wmcz2018 hebben cliëntenraden recht op extra middelen en ondersteuning om hun werk goed te kunnen doen.

Concreet hebben cliëntenraden recht op:

  • Een scholingsbudget.
  • Het in kunnen huren van externe deskundigheid, zoals bijvoorbeeld een medezeggenschapstrainer of adviseur, architect, notaris, zorgdeskundige of een accountant.
  • Professionele en onafhankelijke ondersteuning door een Ambtelijk Secretaris Cliëntenraad

Dit betekent dat cliëntenraden een begroting en plan kunnen opstellen waarin zij hun uitgaven en plannen op het gebied van scholing en het inhuren van externe ondersteuning onderbouwen.

NCZ heeft een richtlijn die ondersteuning kan bieden bij het opstellen van het jaarbudget voor de (centrale) cliëntenraad.
Vergoeding voor de leden van de cliëntenraden is met name voor de volgende onderdelen:

  • Communicatie en informatie
  • Scholing
  • Onkosten, reis- en verblijfkosten
  • Vergoeding voor vrijwilligers
  • Kosten lidmaatschappen
  • Inwinnen extern adviezen

Volgens de vrijwilligersregeling van de belastingdienst kan er, onder voorwaarden, een onbelaste vergoeding per uur worden verstrekt.
Hiervoor gelden strikte regels, bijvoorbeeld maximale bedragen per uur, maand en jaar. Uitgebreide informatie is te vinden op de website van de belastingdienst.

Op basis van ervaringen heeft NCZ een handreiking opgesteld die als hulpmiddel kan worden gebruikt voor
het vaststellen van het (minimale) budget voor de jaarlijkse vergoeding. Hierbij is uitgegaan van de grootte van de organisatie, het minimale aantal leden en een vast bedrag per jaar.

Richtlijn voor de vergoeding en bekostiging van de cliëntenraad

NCZ kan helpen met het invullen en opstellen van het jaarbudget van de cliëntenraad.

De Medezeggenschapsregeling

De Medezeggenschapsregeling is een belangrijk, gezamenlijk document. Deze komt in de plaats van de oude samenwerkingsovereenkomst of convenant. Organisaties en (centrale) clientenraden  moeten met ingang van 1 januari 2021 een gezamenlijke Medezeggenschapsregeling hebben..

In medezeggenschapsregeling moet minimaal zijn opgenomen:

Hoe de cliëntenraad wordt betrokken bij de voorbereiding van een besluit inzake:

  • Wijziging doelstelling of grondslag
  • Fusie of duurzame samenwerking
  • Overdracht van de zeggenschap over de zorg of een onderdeel
  • Ingrijpende verbouwing, nieuwbouw of verhuizing (voor langdurige zorg, waar men in de regel 6 maanden of langer verblijft)
  • Selectie en benoeming personen die leiding geven aan de zorgverleners (Idem dito)
  • Selectie en benoeming Ambtelijk Secretaris Cliëntenraad
  • Selectie en benoeming 1 lid Raad van Bestuur of Raad van Toezicht (Voordrachtsrecht)

Middels de medezeggenschapsregeling kan ook een centrale cliëntenraad worden ingesteld.

Alsdan moet in de regeling worden opgenomen:

  • taken van de onderscheiden raden
  • verdeling van de bevoegdheden over de raden

Alle partijen moeten Instemmen met de medezeggenschapsregeling en deze moet door alle partijen worden ondertekend. Het Instemmingsrecht op de medezeggenschapsregeling kan niet worden overgedragen.

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd zal toezien op het instellen en naleven van de Medezeggenschapsregeling.

NCZ heeft Medezeggenschapsregelingsmodellen en kan organisaties en (centrale) cliëntenraden helpen bij het opstellen en invullen van de afspraken.

Visie van NCZ op de WMCZ

De bedoeling van de de Wmcz 2018 is duidelijk in lijn met de belangen van cliënten en cliëntenraden in de zorg. Toch zijn er punten waarop de wet duidelijker, beter en sterker ingevuld had kunnen worden. Wij realiseren ons dat dit bij ieder ander voorstel ook het geval zou zijn geweest. De Wmcz 2018 is gebaseerd op jarenlang veldwerk en onderzoek en op een zeer uitgebreide internetconsultatie. Er is getracht een wet te ontwikkelen die voor alle partijen in alle zorgsectoren, werkbaar en uitvoerbaar is. Wij zijn van mening dat geen enkele wet een garantie is op sterke inspraak en medezeggenschap van cliënten. Goede en duidelijke wettelijke kaders helpen wel en geven steun in de rug. Het recht op scholingsbudget, op het in kunnen huren van deskundigen en op professionele onafhankelijke ondersteuning gaat gelden voor de gehele zorgsector en voor iedere vorm van medezeggenschap en dat is volgens ons bepalend voor het daadwerkelijk en resultaatgericht kunnen werken aan sterke cliënten medezeggenschap.

NCZ heeft zich ingezet om enkele zwaarwegende punten in het wetsvoorstel verbeterd en verduidelijkt te krijgen.

Dit betreft in ieder geval als allerbelangrijkste, essentiële punt:

1. Lokale medezeggenschap als uitgangspunt

Wij zijn blij dat instellingen waar cliënten in de regel 6 maanden of langer verblijven, de verplichting hebben om vanaf 10 zorgverleners een clientenraad op te richten. En dat deze verplichting in principe ook geldt per locatie met meer dan 10 zorgverleners:

Indien de zorgaanbieder meerdere instellingen in stand houdt, voorziet de medezeggenschapsregeling erin dat voor elk van die instellingen een cliëntenraad wordt ingesteld tenzij dit in redelijkheid voor die instellingen niet aangewezen is te achten.

Het ‘Ja, tenzij-model’ geeft dus de ruimte om in de praktijk af te wijken van het instellen van lokale cliëntenraden, immers indien cliënten en zorginstelling dit gezamenlijk besluiten en vastleggen in hun medezeggenschapsregeling.

Dit betreft verder ook:

2. Inspraak voor bewoners

Wanneer de medezeggenschap zo lokaal mogelijk in de instelling wordt vormgegeven, ligt het voor de hand dat inspraak en medezeggenschap goed op elkaar worden afgestemd. Wij zien in de memorie van toelichting echter dat genoemde middelen van inspraak dicht in de buurt van gebruikelijke vormen van medezeggenschap komen.

Denk hierbij aan bewonersoverleggen en huiskamerbijeenkomsten. In verschillende sectoren zij hier medezeggenschapsrechten (lees: Wmcz-rechten) aan verbonden. Bewoners en vertegenwoordigers willen deze vorm van medezeggenschap graag behouden, omdat het laagdrempelig is. Maar het is zeker niet de bedoeling dat het puur en alleen tot inspraak ‘devalueert’.

In artikel 2 is aangegeven dat de zorgaanbieder in de LZ verplicht is om alle individuele cliënten en hun vertegenwoordigers inspraak te geven over zaken die direct van invloed zijn op hun dagelijkse leven. Door de wetgever ook wel directe inspraak genoemd. Dit ter onderscheiding van de medezeggenschap die – indirect – via de cliëntenraad loopt.

Het artikel geeft naar onze mening erg veel vrijheid aan de besturen van zorginstellingen om te bepalen met welke methoden zij dit doen (gezien het belang van maatoplossingen per instelling). Vandaar dat wij hebben aangedrongen op een motie hierover, die o.a. heeft geleid tot de Handreiking Inspraak.

3. Onafhankelijke ondersteuning

Eén van de sterke punten in de Wmcz2018 is de verankering van onafhankelijke ondersteuning voor de cliëntenraad. Het is een punt waar cliëntenraden al langere tijd om vragen en ook veel behoefte aan hebben. Een onafhankelijk ondersteuner is een kennisbank, vraagbaak, adviseur, secretaris en coach in één. Dienstbaar aan de cliëntenraad. Gezien het belang van de onafhankelijk ondersteuner voor de cliëntenraad hebben wij ons daarom ingezet om de selectie en benoeming van deze persoon onder het instemmingsrecht te laten vallen. Hiermee wordt recht gedaan aan het belang van deze persoon.

4. Formulering ‘algemeen beleid ter zake van kwaliteit, veiligheid en hygiëne’

Het verkrijgen van instemmingsrecht is een groot goed voor cliëntenraden. Het verstevigt hun positie in de instelling en biedt mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het reilen en zeilen van de instelling. Dit recht dient tegelijk helder geformuleerd te zijn. In de Wmcz 1996 was er sprake van een verzwaard adviesrecht op ‘de systematische bewaking, beheersing of verbetering van de kwaliteit van de aan cliënten te verlenen zorg’. Dit heldere verzwaard adviesrecht is nu losgelaten en komt terug als ‘algemeen beleid ter zake van kwaliteit’. Wat ons betreft een te vage formulering voor een dermate belangrijk instemmingsrecht. Bovendien holt dit het principe uit dat de regie bij de cliënt of diens wettelijke vertegenwoordiger berust.

5. Geen onderscheid tussen kortdurende en langdurige zorg

Het mag duidelijk zijn dat medezeggenschap een belangrijke verworvenheid is voor iedereen die zorg en ondersteuning nodig heeft. Zowel kortdurend als langdurig. Wij begrijpen niet dat er een sterk onderscheid is gemaakt in rechten en plichten van de cliëntenraad en instelling tussen de kortdurende en langdurige zorg. Als de cliëntenraad en instelling menen dat de aard van de zorgverlening vraagt om een andere inrichting van medezeggenschap, kunnen zij dit in de medezeggenschapsregeling vastleggen. De Wmcz2018 zet de kortdurende zorg op een bijzondere wijze – en zonder sterke argumentatie – buitenspel. Een voorbeeld: cliëntenraden van ziekenhuizen adviseren bijvoorbeeld veel over nieuwbouw om zo het cliëntenperspectief vroegtijdig in het nieuwbouwproces te verankeren. Als dit voor patiënten zo’n belangrijk onderdeel is waarom heeft de wetgever dan alleen in de langdurige zorg op dit aspect de cliëntenraad voorzien van een instemmingsrecht.

NCZ heeft per kamerbrief nog gewezen op punten die gaan over kosten bij het voorleggen van geschillen en bij rechtsgedingen.

Lees de brieven van NCZ aan de Kamercommissie en de reacties erop:

De brief van NCZ aan de Eerste Kamercommissie VWS inzake juridische vergoeding bij geschillen
De brief van NCZ aan de Kamercommissie VWS 
De reactie aan de Kamercommissie VWS van de BoZ (Brancheorganisaties Zorg
Het verslag met bevindingen van de vaste commissie VWS in de Tweede Kamer
De antwoorden van Minister Bruno Bruins op de vragen van de leden van de diverse Kamerfracties over het voorstel voor de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018)
De Nota van Wijziging Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018

Meer informatie

Gewijzigd voorstel van wet Wmcz aan de eerste Kamer
Memorie van toelichting op de Wmcz 2018
Algemene Maatregel van Bestuur Wmcz 2018
Advies van de Raad van State

De geschiedenis

De Wmcz is in werking getreden in 1996. Het doel van deze wet is medezeggenschap voor cliënten in zorginstellingen te bevorderen. De cliëntenraad heeft het recht gevraagd en ongevraagd te adviseren over alle onderwerpen die van belang zijn voor cliënten in de zorg. Daarnaast heeft de cliëntenraad verzwaard adviesrecht over onderwerpen die erg van belang zijn voor de kwaliteit van de zorgverlening en voor de kwaliteit van het leven van cliënten in zorginstellingen. En daarnaast heeft de cliëntenraad het recht van voordracht op tenminste één persoon binnen het bestuur of binnen de raad van toezicht. Deze persoon is bij voorkeur gespitst op het cliënten perspectief.

In 2000 is de Wmcz voor de eerste keer geëvalueerd. Het Ministerie van VWS heeft naar aanleiding van dit onderzoek een plan opgesteld om de uitvoering van de Wmcz te stimuleren. Onderdeel van dit plan was een onderzoek naar de invloed van cliëntenraden. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de invloed van clientenraden te weinig was en dat zij te weinig betrokken werden bij besluiten die vielen onder het verzwaarde adviesrecht. Voormalig hoogleraar gezondheidsrecht dhr. Van Wijmen vatte destijds de rol van cliëntenraden als volgt samen: “De inspraak geldt voor het beleid van de instelling en niet voor de zorg, de cultuur en het klimaat in de instelling. Maar onderwerpen als organisatiestructuur, samenwerkingsverbanden en de jaarrekening staan vrij ver van de patiënt af. Het zijn juist de aspecten als bejegening, aandacht en sfeer die van groot belang zijn voor cliënten.”

De Wmcz is een wet die vanaf het ontstaan ter discussie heeft gestaan. In 2010 werd de conceptwet Wcz opgevoerd ter vervanging van de Wmcz. Het wetsvoorstel zou de juridische positie van zorgcliënten beter moeten verankeren: klagen over zorginstellingen moest eenvoudiger worden, cliënten kregen recht op medezeggenschap en inzage in het eigen dossier. Het bestuur van zorginstellingen werd in alle gevallen eindverantwoordelijk voor geleverde zorg.De gekozen opzet voor deze conceptwet Wcz (een Mammoetwet; samenvoeging van wetten) riep veel vragen en weerstand op. In 2013 splitste het toen nieuwe kabinet het voorstel (Wcz) in vijf delen. Waarvan het cliëntenrecht een deel is geworden.

Vanaf 2013 is NCZ samen met andere belangenpartijen bezig geweest te pleiten voor betere rechten voor cliënten en clientenraden. Zoals bijvoorbeeld verplicht instellen van inspraak door cliënten, instemmingsrecht voor cliëntenraden en het recht op een scholingsbudget en op professionele ondersteuning voor cliëntenraden.