mw. Hans Jonkman, trainer en adviseur voor (centrale) cliëntenraden en ondersteuners en voorzitter van een centrale cliëntenraad van een grote (langdurige) zorgorganisatie beschrijft haar ervaringen met- en visie op- de cliëntenraad en het cliëntenperspectief.

Een cliëntenraad die er toe doet!

Mevrouw Hans Jonkman

Regelmatig spreek ik met cliëntenraden en besturen van zorgorganisaties over het cliëntenperspectief in hun organisatie.  Concreet is dan de vraag ‘wat is dat, een cliëntenperspectief’ en vervolgens “hoe krijgen wij een cliëntenraad die er toe doet?”

Sinds 1950 kennen we de wet op ondernemingsraden (WOR). Deze wet regelt de medezeggenschap van medewerkers in ondernemingen en overheidsinstellingen. Met medezeggenschap voor medewerkers hebben we als samenleving bijna 70 jaar ervaring opgedaan.

De eerste Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) is pas sinds 1996 van kracht. Realiseert u zich wel eens dat cliënt-medezeggenschap eigenlijk nog een jonge vorm van medezeggenschap is?

Als voorzitter van de centrale cliëntenraad van een grote zorgorganisatie en als adviseur/trainer van NCZ voor cliëntenraden van andere zorgorganisaties, valt het mij op dat het bij cliëntenraden vaak nog zoeken is naar houvast. De leden van cliëntenraden verschillen meestal qua achtergrond, interesse en insteek. Het is niet vanzelfsprekend dat iedereen eenzelfde beeld heeft van wat cliënt-medezeggenschap beoogt en hoe dit in de concrete situatie vorm kan worden gegeven.

Wie zijn lid van een cliëntenraad?

Sommige leden van cliëntenraden zijn zelf cliënt, anderen zijn familielid, wettelijk vertegenwoordiger of vrijwilliger in de organisatie. Sommigen voelen zich persoonlijk betrokken bij een concrete cliënt, een familielid of vriend, maar er zijn ook mensen die meer een algemene ideologische opvatting hebben of vanuit bestuurlijke interesse deelnemen in een cliëntenraad. Grootste gemene deler is de bereidheid zich in te zetten voor de cliënten in een (zorg)organisatie.

In december 2018 heb ik tijdens het landelijk congres “Lef op locatie” de workshop “Cliëntenperspectief in alle lagen van de organisatie, dat vraagt lef” gegeven. De bedoeling van de workshop was om een gezamenlijk perspectief te ontwikkelen met leden van cliëntenraden. Dit gezamenlijke perspectief, ‘het cliëntenperspectief’ wil ik graag met u delen.

Cliëntenperspectief

Allereerst de vraag waarom het behoorlijk lastig is iets over het cliëntenperspectief te zeggen. Weten we eigenlijk wel wat het perspectief van de cliënt is? Wat is zijn belang? Wat wil een cliënt? Is daar in zijn algemeenheid iets over te zeggen? Dat blijkt heel moeilijk. Het eenvoudige antwoord is dat alle cliënten anders zijn en dus andere belangen en vragen hebben. En hoe behartig je dan die belangen als ze allemaal anders zijn.

En de volgende vraag is hoe je eigenlijk WEET wat het cliëntenbelang is. Sommige cliënten kunnen zich heel duidelijk uitdrukken, maar als dat niet lukt, hoe moet je als vertegenwoordiger van een cliënt dan zeker weten wat zijn belang is?  En kun je dat dan ‘optillen’ tot een algemene uitspraak?

Kortom het begrip ‘cliëntenperspectief’ is niet zo gemakkelijk te operationaliseren. En nog moeilijker is het om dat in concrete situaties in te vullen.

Verlieservaring

Toch zijn er mogelijkheden. Naar mijn ervaring is een bruikbaar begrip in dit verband het woord “verlies’. Cliënten in zorginstellingen hebben hier eigenlijk altijd mee te maken. Dat verlies kan velerlei vormen aannemen. Niet alleen in termen van fysiek of psychisch, maar ook bijvoorbeeld verlies van toekomstperspectief, van sociale mogelijkheden, verlies van snelheid van handelen, van begrip, verlies van van betekenis zijn, van maatschappelijke positie, van zelf bepaling. En ook voor de naasten kan er sprake zijn van verlies; van een partner van wie je gehouden hebt en nog houdt, van de nabijheid van een geliefde, van lichamelijk contact met een vertrouwd lichaam. Of zelfs het verlies van de droom die je had toen je kindje kreeg, een relatie kreeg, van hoop en vertrouwen in de toekomst en dat het weer goed komt.

Tijdens de workshop en de trainingen die ik hierover heb gegeven, blijkt dat het begrip ‘verlies’ helpt bij het nadenken over de impact van de veranderde gezondheidssituatie én de afhankelijkheid van zorg, die bij de cliëntengroep aan de orde is. En dat geeft begrip voor de situatie van de cliënt en is het begin van een goede vertegenwoordiging.

Contact met de achterban

De cliëntenraad vertegenwoordigt de cliënt in zijn of haar specifieke situatie, inclusief het gegeven dat hij of zij in een verliessituatie verkeert. Dat wil niet zeggen dat alle cliënten daar dagelijks onder lijden. Iedere cliënt heeft daar een eigen reactie op. Sommige mensen worden opstandig of lastig naar anderen. Anderen lijken afgehaakt. En er zijn cliënten die het verlies aanvaarden. Maar hoe de reactie ook is, dit is wel de situatie waar de cliëntenraad begint als zij zich wil inleven in het cliëntenperspectief van de eigen achterban.

Kort gezegd, als de cliëntenraad bereid is zich in te leven in het perspectief van de cliënt en zich realiseert dat deze zich in een verliessituatie bevindt, dan ontstijgt de cliëntenraad het individuele niveau en heeft de raad het cliëntenperspectief te pakken. Vandaar uit is de raad in staat om de organisatie – gevraagd en ongevraagd – adequaat te adviseren over beleid en uitvoering van de zorg. En dan .. doet de raad er toe!

Aan de slag met het cliëntenperspectief

Workshop Cliëntenraad en het Cliëntenperspectief

Raadplegen van de achterban
Document met verschillende tips en methodieken voor de cliëntenraad over cliëntenparticipatie en contact met de achterban