Punten ter voorbereiding op de wetsevaluatie Wmcz 2018

Een wetsevaluatie is een belangrijk instrument bij de toetsing van een nieuwe of herziene wet. Zijn de beoogde doelen van de wet behaald? De uitkomsten van een wetsevaluatie kunnen voor de wetgever aanleiding zijn om de wet te herzien of om andere beleidsmaatregelen te treffen. De wetsevaluatie van de Wmcz 2018 staat gepland voor 2024.

Vandaar dat NCZ op verzoek van het Ministerie van VWS, in overleg met een aantal cliëntenraadsleden en ondersteuners van cliëntenraden uit verschillende zorgsectoren en in het bijzijn van een gespecialiseerde advocaat, gekomen is tot deze lijst met aandachtspunten ter voorbereiding op de wetsevaluatie.


  1. In het geval van artikel 10 Wmcz 2018 (bindende voordracht) is onduidelijk of deze bepaling van toepassing is op UMC’s. VWS geeft aan dat deze bepaling voor UMC’s is verduidelijkt in de Verzamelwet VWS 2022, te raadplegen via: https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/36002_verzamelwet_vws_2022 . Dit wetsvoorstel is recent aangenomen door de Eerste Kamer.
    1.1. Ook zijn er vragen/onduidelijkheden over het doel van deze bepaling en wordt aangegeven dat het zou helpen als zou worden bepaald dat het voorgedragen RvT lid o.a. expliciet het cliëntenperspectief/belang in zijn/haar portefeuille zou moeten hebben.

2. Cliëntenraden willen betrokken worden bij het proces van de certificering van zorgaanbieders (in het geval van kwaliteitsnormen). Nu wordt getoetst of de zorgaanbieder aan alle wet- en regelgeving voldoet, waaronder de Wmcz 2018, maar dit is in het geval van kwaliteitsnormen vormvrij.

3. Discussie tussen de leden van de cliëntenraden of het logisch is dat de inspraak voor de langdurige zorg (artikel 2 Wmcz 2018) een zelfstandige bepaling is naast de cliëntenraden bepalingen. Logischer en beter werkbaar in de praktijk, zou zijn als de inspraakverplichting een gezamenlijke (zorginstelling/cliëntenraad) verplichting zou worden of als zou worden bepaald dat de instelling de cliëntenraad moet betrekken bij het organiseren van inspraak.


4. Vrijwillig opgerichte cliëntenraden, zoals in het kader van welzijn of WMO 2015, kunnen niet terecht bij de commissie van vertrouwenslieden (LcvV). Op grond van de Wmcz kun je een cliëntenraad oprichten als je geen zorgaanbieder bent in de zin van de Wkkgz en val je onder de Wmcz, maar deze vrijwillige cliëntenraden worden in de praktijk niet door de LcvV erkend. Wens is om wel als volwaardige cliëntenraad erkend te worden.

5. WMO 2015 cliënten die bij een zorgaanbieder ondersteuning krijgen, moeten ook hun belangen volgens de Wmcz 2018 kunnen laten behartigen.

6. Rol van cliëntenraden is lastig vorm te geven daar waar sprake is van gescheiden wonen en zorg.
6.a. Als de zorginstelling een gebouw huurt en dus geen eigenaar van het gebouw is maar daarbinnen wel zorg levert.
6.b. Als cliënt een woning huurt in een woon-zorgcomplex van bv. Vestia of Woonzorg Nederland en verschillende organisaties daarbinnen zorg leveren.


7. Advies is om in de Wmcz 2018 wederom advies en instemmingsrechten te regelen voor  verbouw en nieuw bouw in het kader van de ziekenhuiszorg.

8. Forensische zorg valt niet onder de Wmcz. Is een vergelijkbare regeling als voor de WMO cliënten mogelijk. Vooral lastig is de situatie dat forensische titel ophoudt te bestaan, maar de cliënt onder de reclassering of re-integratie project van bijvoorbeeld het Leger des Heils valt.

9. Medezeggenschap is lastig te regelen in het geval van regionale samenwerking. Deze ontwikkeling is wel de toekomst.


10. Is het nog mogelijk om medezeggenschap dicht bij de cliënt te regelen? Vooral in de langdurige zorg, omdat mantelzorg onder druk staat en de cliënten slechts een korte tijd in slechte toestand in een verpleeghuis verblijven. Cliëntenraden meer centraal worden ingericht. Bepaling “tenzij”

11. Verzoek om inde Wmcz te regelen dat de centrale cliëntenraden een afvaardiging moeten zijn van de decentrale cliëntenraden. En dat zij bestaan bij de gratie van de lokale cliëntenraden.

12. In de Wmcz staat nu “tenzij” vermeld. Verzoek om input van de lokale cliëntenraden platform naar centrale cliëntenraden te brengen.


13. Verplichting in de Wmcz 2018 opnemen om te zorgen dat de cliëntenraden goed functioneren (rechten en inspanningsverplichtingen). Daarnaast ook zorgen dat het bestuur op de hoogte is van de rechten en verplichtingen van de cliëntenraden.

14. Veel discussie over de juridische kosten van bijstand tussen cliëntenraden en raad van bestuur. Deze discussie is mede ontstaan door beantwoording in de memorie van antwoord (artikel 6) bij Wmcz. Juristen mogen wel voorbereiden, maar niet de zaak voorbrengen bij LCvV. Dit zorgt voor ongelijkheid als de zorgaanbieder wel met advocaten aanwezig is bij de zitting. Daarnaast is het wenselijk dat er een handleiding komt over wat redelijke kosten zijn. In de praktijk komt er geen jurisprudentie, omdat cliëntenraden over dit onderwerp niet naar LCvV stappen.
14.1. Er zijn sinds de invoering van de Wmcz 2018 wezenlijk meer geschillen voorgelegd aan de LCvV. Deze zou laagdrempelig moeten zijn en vooral ook een adviserende en bemiddelende rol moeten nemen. In de praktijk blijkt dat onvoldoende. Het zou helpen bemiddeling/mediation verplicht te stellen, alvorens de gang naar de geschillencommissie te maken.

15. Gevraagd wordt of er bekend is of de Wmcz werkt in de Eerstelijns. Heeft de IGJ hier zicht op? De Eerstelijns heeft vaak geen bestuurder of raad van bestuur, maar samenwerkingsverbanden. Cliëntenraden lastig om vorm te geven bij deze groep, omdat cliënten niet weten wie zij moeten aanspreken huisarts of gezondheidscentrum. Daarnaast is er bij huisartsen vaak weerstand tegen de Wmcz en bijhorende administratieve lasten.


16. Cliëntenraden bij MSB is lastig, omdat de onderwerpen voor 95% overeen komen met de onderwerpen van het ziekenhuis. Vaak adviseren de cliëntenraden aan een advies orgaan van medisch specialisten waarin de medisch specialisten zich verenigd hebben. In deze vereniging zitten zowel de MSB’s als de medisch specialisten in loondienst. Er zit een driehoeksverhouding in tussen adviesorgaan, MSB en ziekenhuis. Van de MSB is alleen een jaarrekening en een begroting beschikbaar om over te adviseren of interne stemmen (zie bijlage).
16.1. Bij ZBC zijn de medisch specialisten niet in loon dienst. De cliëntenraden adviseren daar uitsluitend de kliniek.

17. Vraag van ZBC is: hoe zij de cliëntenraden moeten inrichten bij kort verblijf (circa een kwartier of half uur) die een keer in de vijf jaar plaats vindt. Voorbeeld staaroperatie of bevolkingsonderzoek bij onderzoek naar darmkanker.18. Cliëntenraden bij kraamzorg: is een moederraad in de kraamzorg afdoende als een cliëntenraad, omdat deze vorm van zorg eveneens kortstondig van aard is?

18. Bij particuliere/semi-commerciële zorginstellingen zitten aandeelhouders doorgaans niet te wachten op advies/instemming/bindende voordracht van de cliëntenraden.