Wat je als cliëntenraad beter nooit kunt zeggen

Zeg als cliëntenraad nooit dat het je gaat om het belang van de cliënt. Dat vertel ik altijd als ik lezingen houd of cliëntenraden adviseer. Iedereen in de zorg gaat het immers om het belang van de cliënt. Door als cliëntenraad iets dergelijks te zeggen, zet je jezelf al snel buitenspel. Wat heb je dan nog voor unieks toe te voegen? Bestuurders gaat het immers ook om het belang van de cliënt. En dat geldt ook voor artsen, verpleegkundigen, toezichthouders, en natuurlijk ook voor de politiek en voor de verzekeraars.
Zeggen dat het je gaat om het belang van de cliënt is een fundamentele miskenning van de unieke, eigen wettelijke positie die een cliëntenraad heeft.
Wat die unieke wettelijke positie is?
Een cliëntenraad moet gevraagd én ongevraagd het cliëntenperspectief inbrengen, bij alle beslissingen die bestuurders nemen. Een taak die lijkt op de taak die een Ondernemingsraad (OR) heeft en waarmee we in Nederland een stuk bekender zijn: zoals de OR het werknemersperspectief inbrengt, zo geldt dat voor de cliëntenraad en het cliëntenperspectief.
En dat cliëntenperspectief omvat meer dan het werknemersperspectief. Dat zit zo. De wetgever heeft bij de invoering van de Wmcz in 1996 bepaald dat de cliëntenraad zijn visie moet geven op hoe de publieke middelen door een zorginstelling worden ingezet. Een ondernemer hoeft geen verantwoording af te leggen aan zijn klanten of aan zijn OR hoe hij zijn geld besteed. Maar een bestuurder van een zorginstelling moet dat wel. Hij of zij moet ook daarover verantwoording afleggen aan de cliëntenraad, zodat de cliëntenraad het cliëntperspectief kan inbrengen.
Wat dat betekent?
Dat betekent onder meer dat een cliëntenraad adviesrecht heeft over de begroting en de jaarrekening. Veel mensen zijn zich daar te weinig van bewust: bestuurders, toezichthouders, leden van cliëntenraden; mensen die zich terecht druk maken over te zoute soep, het behang en natuurlijk over te weinig handen aan het bed. Bij al dat soort kwesties speelt het welbekende ‘financiële plaatje’; achter elke beslissing van een bestuurder schuilt (als het goed is) een financiële afweging, waarin het cliëntperspectief is meegenomen.
Dit alles kan niet door een bestuurder worden overgenomen, ook al gaat het hem of haar echt alleen maar om het belang van de cliënt. Trap er niet in, zeg ik dus: laat u als cliëntenraad nooit in met het argument dat het u gaat om het belang van de cliënt. U doet zichzelf en de cliënt dan tekort en u stuurt uzelf met een kluitje in het riet.
Meer weten
- Roeland de Mol is één van de sprekers op het Landelijk congres De cliëntenraad – een sterke gesprekspartner van 12 oktober 2015. Meer informatie en een aanmeldformulier is te vinden op de congrespagina. Deelname aan dit congres is kosteloos.
- Lees ook het interview met Mr. Roeland de Mol over de wettelijke taak van de cliëntenraad